Kaartlezen en navigeren

Met navigeren op gevoel kom je een heel eind.
Vaak weet je paard zelfs de weg terug.

Bij rechte wegen en paden kun je de weg vinden door te onthouden wat je startpunt is en vandaaruit bijhouden hoeveel keer je afslaat. Maar met paden met een flauwe kromming of bij bochtige paden verander je vaak van richting en kun je gedesoriënteerd raken. Tussen bomen zie je geen horizon en zeker als het bewolkt of mistig is en je niet weer waar de zon ongeveer staat, kan je de weg kwijtraken.

Oriënteren betekent dat je dat doet aan de hand van een referentie. Die referentie kan verschillend zijn. Hierna komen een aantal aan bod.

Als je weet waar de zon aan de hemel staat kun je je daaraan oriënteren in combinatie met de tijd. De zon gaat op in het oosten, staat om 12 in het zuiden, en gaat onder in het westen. 
De scheve groei van de bomen en de mos begroeiing kan ook helpen in richting bepaling. In Nederland heeft alles te lijden onder zuidwestenwind- of storm en dat heeft ook inwerking op de groei richting van de bomen. Aan de noordkant van de bomen komt geen zon en groeit er mos.

‘s Nachts zou je je kunnen oriënteren aan de sterren. De poolster staat in het verlengde van de aardas. De Poolster kan je naast de richting die hij je aangeeft, ook helpen met positie bepalen, nl met de breedtegraad waar je je bevindt. 
Als je op de Noordpool zou staan, zie je de Poolster 90 graden recht boven je, 90 graden noorderbreedte. Als je op de evenaar zou staan, zie je de poolster aan de horizon, een hoek van 0 graden, de evenaar.
Als je in Nederland ‘poolshoogte’ gaat nemen, dan zie je dat het 52 graden is: onze breedtegraad. 

Met een kaart kun je je beter oriënteren dan op gevoel. Met het ‘lezen’ van een kaart zie je dat je veel meer referentie hebt.
Een kaart moet je leren lezen. In de legenda van een kaart staat de betekenis aangegeven van de gebruikte symbolen. Eigenlijk is het simpel: als je goed leert kijken dan ontdek je veel meer informatie dan bij de eerste oogopslag en kan je al bijna visualiseren of je bijv. voor de kerk, boerderij of bomenrand, rechtsaf moet of er na.

Vanaf het beginpunt van je route volg je de kaart en gebruik je de kaart naar de werkelijkheid. Niet andersom: men is vaak geneigd om een punt op de kaart te zien die lijkt op de huidige positie waar je je op dat moment bevindt maar daar worden snel fouten in gemaakt omdat je denk het snel te kunnen herkennen.
Mocht je willen verifiëren waar je bent, gebruik dan je de informatie van de kaart in combinatie met meerdere punten. Stel je steekt een pad over in een gebied met meer kruisende paden, dan heb je een tweede en derde kenmerkend punt nodig om de juiste positie te bepalen. Pas dan kun je ervan uitgaan dat je daar bent.

Met behulp van een kompas kan je richting bepalen, bijvoorbeeld als je bij een splitsing, kruising of vijfsprong een keuze moet maken. De gewenste koers meet je in de kaart op ten opzichte van het kaartnoorden. En gebruik dan die koers waar je bent met behulp van de naald die naar het noorden wijst. Het kompas geeft je een referentie ten op zichte van het (magnetische) noorden.

Het noorden op de kaart hoeft niet per se de bovenkant van de kaart te zijn, er zijn namelijk verschillende manieren om de bolle aarde op plat papier te ‘projecteren’. (Lambert, Mercatorprojectie) Op nagenoeg iedere kaart staat de noordrichting aangegeven. 
Hoe meet je een koers op? Het noorden van de kompasroos (dus niet de naald) van het kompas zet je op de noordrichting van de kaart en die hou je daar. De richtingspijl van de plaat van het plaatkompas zet je op de route, de richting van de weg die je wilt inslaan. Die hoek die het geeft laat je staan op het kompas. Dan neem je het kompas in je hand horizontaal voor je en laat je het kompasnaaldnoorden samenvallen met het noorden van je kompasroos. Dan wijst de pijl van de plaat van het plaatkompas in de richting die je moet gaan.
Zelf vind ik het handig om de kaart ondersteboven in een plastic mapje met kompas erbovenop om mijn nek te hangen. Voor de rest hangt de kaart met kompas tussen mijn jas, binnen handbereik.

De Noordpool is het ware noorden. Het magnetische noorden ligt inmiddels dicht bij de geografische noordpool, tien jaar geleden eigenlijk nog in het noorden van Canada. Pas als je naar Noord-Scandinavië gaat heb je te maken met een verschil tussen het ware noorden en het magnetisch noorden. Dan wijst je kompas richting Canada.
De magnetisch locatie van het noorden is ook voortdurend in beweging. Ooit is het magnetisch veld omgekeerd geweest op aarde: noord was zuid en omgekeerd, ijzerdeeltjes in bepaalde aardlagen hebben dat aangetoond.
Het verschil tussen de richting van het magnetische noorden (noord Canada) en het ware noorden (de Noordpool) heet variatie. Hoeveel het magnetisch veld het puntje van je kompasnaald de grond in trekt, heet inclinatie. Hier in Nederland hebben wij daar geen last van, wij kunnen hier prima op een kompas navigeren. De fout van je kompas zelf, of bijv. door metaal in de omgeving, heet deviatie. 

Knooppuntenroutes zijn ontstaan vanuit België, allereerst als fietsroutes. Er staan in het terrein paaltjes of bordjes met een nummer en een verwijzing naar een volgend nummer. Al die nummers staan aangegeven op een overzichtskaart. Het aangegeven nummer correspondeert met een nummer op de kaart en dat heeft als voordeel dat je dan precies weet waar je bent.

Als je een route gepland hebt en je hebt een lijstje gemaakt van de routeknooppuntnummers, dan zou je in principe geen kaart meer nodig hebben om de route te volgen. Echter voor je oriëntatie of je ergens linksaf of rechtdoor moet, is het altijd handig om een overzichtskaart bij je te hebben.

Er zijn steeds meer lokale knooppuntroutes waarvan de kaarten lokaal verkrijgbaar zijn.

De websites www.buitenrijden.nl of www.visitveluwe.nl geeft je de beschikking tot ruiterroutes in Nederland, evt. België en een gedeelte van Duitsland. Ze brengen steeds meer ruiterroutes in kaart. De sites bieden de mogelijkheid om in een paar stappen eenvoudig een route samen te stellen. Je wordt aan de hand meegenomen hoe je de site kunt gebruiken. De knooppunten, trailerparkeerplaatsen, overnachtingsplaatsen en pauzeplekken staan overzichtelijk aangegeven en ook wat de totale afstand van de geplande route is. En als je de route hebt samengesteld kun je deze naar eigen wens verwerken: uitprinten, opslaan in account, downloaden voor gps of doorsturen per e-mail.

Met het gebruik van de app TOPO GPS is een route van een routeplan website eenvoudig te uploaden in je telefoon en hoef je daarvoor geen aparte gps aan te schaffen. TOPO GPS draait op zowel iOS als Android en je hebt veel mogelijkheden. Je kunt, behalve dus een route van een website downloaden, ook een route plannen, volgen, maar ook opnemen en thuis nakijken en opslaan (inclusief snelheid en afstand). Een bewaarde route kun je openbaar zetten voor anderen om te downloaden en gebruiken.

Een routemarkering in het veld is handig, maar voor gps is dat geen voorwaarde meer, die werkt op posities door middel van satellieten in combinatie met ontvangst van de smartphone en wifi. Een nadeel is dat je afhankelijk bent van apparatuur en een batterij, en zeker met lage temperaturen is dat een gevoelig punt.  Het is raadzaam om een papieren kaart mee te nemen.

De app TopoGPS maakt gebruik van een stafkaart, een zeer gedetailleerde kaart, waar alle informatie met betrekking tot het eerder behandelde kaartlezen van toepassing is. De handigheid ermee is een kwestie van goed kijken en oefenen.
De positie marker geeft aan waar je je op dat moment bevindt. Het opnemen van de route maakt het inzichtelijk of je een route volgt, de opgenomen route kan opslaan, narijden, en data bewaren en delen.
De knop layout kan per smartphone verschillen. Met wat oefenen krijg je meer vertrouwen en is het een superfijn hulpmiddel met navigeren.

Veel plezier met op pad gaan!
Birgit Stins